De Siberische kool is een naaste verwant van boerenkool. Hij is het resultaat van een middeleeuwse kruising van boerenkool (Brassica oleracea) en Chinese mosterdkool (Brassica rapa). De Siberische kool is een eenjarige plant. Behoorlijk forser dan boerenkool, de toppen van de bladeren zijn zelfs zo mals dat ze rauw gegeten kunnen worden. De Siberische 'neef' van onze boerenkool is bovendien zoeter.
De kool voelt zich thuis in noordelijke streken, Noord-Europa, Rusland, Noord-Amerika, maar is ook zeer geliefd op het Iberische schiereiland, waar dit type 'raapkool' nabicol of couve nabiça genoemd wordt. De kool is dan ook temperatuur-tolerant, is bestand tegen temperaturen tot -10°, volgens sommige bronnen zelfs tot -20°, maar kan ook tegen warmte. Na de eerste vorst wordt de smaak zoeter, het aanwezige zetmeel is dan omgezet in suiker. Door het 'vorstje erover' is bovendien het ongedierte dood.
De bladeren zijn diep ingesneden, als eikenbladeren, en grijsgroen. Aan beide zijden, hoewel de onderzijde van het blad watlichter van tint is. De nerven zijn wit. Daarin onderscheidt de Siberische kool zich van de Red Russian, die kastanjerode nerven heeft, en waarvan de onderzijde van het blad eveneens kastanjerood kan kleuren.
Een bijzonder variëteit van de Siberische is de 'frill' met zo'n fijne krul dat er zeker bij jong blad nauwelijks sprake is van bladeren. Deze variëteit is door Tim Peters (Oregon,VS) ontwikkeld. Hij is degene die baanbrekend werk heeft verricht in de reconstructie van het ontstaan van de Siberische kool en Red Russian. De Siber frill is een top-kool in mesclun mengsels, vanwege zijn fijne en malse blad, en zijn zoete smaak.
De Siberische kool wordt tussen maart en augustus gezaaid en kan van juli tot maart, de hele winter door, geoogst worden.
Controleer de uiteinden van de bladeren en de uiteinden van de stelen op versheid. Wanneer ze vorstschade hebben ondervonden, zullen deze verweekt zijn.
Anders als boerenkool kan een Siberische kool op praktisch elke manier bereid worden: rauw, gestoomd, gekookt, gesauteerd, geroerbakt of gefrituurd, het kan allemaal, en rauw gegeten.
Let op: soms zijn de stengels nogal houtachtig. Het verdient aanbeveling om die delen af te snijden en niet mee te bereiden.
De kool kan goed bewaard worden. Doe hem daartoe tegen uitdrogen in een geopende zak in de koelkast.
Verondersteld wordt, dat de Brassica napus tijdens de Middeleeuwen is ontstaan door de kruising van Brassica rapa's en Brassica olecerea's. Zo zou de Russische kool het resultaat zijn van een kruising van boerenkool (Brassica oleracea convar . acephala) met mosterdkool (Brassica olecarea convar . chinensis) en de koolraap van eveneens boerenkool met raap (Brassica napa convar . rapifera). De rode Russische zou het resultaat zijn van een kruising van boerenkool met Chinese kool. Nogmaals, dit zijn aannames, te lezen op deze zeer lezenswaardige site van The seed ambassadors project.
De Siberische kool verloochent zijn afkomst niet, de naamgeving laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
Siberische kool zit net als boerenkool barstensvol vitaminen en mineralen. Meer vitamine C dan hetzelfde gewicht aan sinaasappel bijvoorbeeld, maar ook veel B6 en K. Daarnaast zitten in kool vol antioxidanten en glucosinolaten, phytochemicaliën zoals luteïne en sulforafaan. Stomen en roerbakken leidt tot geen noemenswaardig verlies aan phytochemicaliën.
Respecteer het copyright !